Communicatie met kinderen

In het contact met kinderen maken we op een bewuste manier gebruik van:

  • Oogcontact (liefst op ooghoogte, op een gelijkwaardig niveau), hiermee geven we aan dat we open staan voor persoonlijk contact met het kind.
  • Woorden en lichaamstaal: we laten door woord, gebaar en lichaamstaal merken dat we op een positieve manier met het kind in contact zijn. Ook als het kind even moet wachten zal het zich dan begrepen voelen (“Oh wat heb je daar voor moois, je mag er zo wat over vertellen, als ik klaar ben met….”).
  • Stemgebruik: In gesprek met het kind gaat het niet alleen om wát we zeggen maar ook om de toon waarop we het zeggen. Een prettige en rustige conversatietoon draagt bij aan een prettig contactmoment.

In het omgaan met kinderen luisteren en kijken we goed naar de kinderen. Hierdoor weten we wat er in het kind omgaat en kunnen we ze bieden wat ze nodig hebben.

Door actief te luisteren laten we het kind merken dat we het serieus nemen en het willen begrijpen.

Eigen emoties worden vanuit de “ik-vorm” naar het kind verwoord. Bijv. ‘Als je je rommel laat liggen in de gang, ben ik bang dat ik erover struikel en dan val’. Hierdoor wordt er reflectie gegeven op het gedrag of de verbale uiting van het kind. Het kind wordt hierdoor in zijn waarde gelaten en je laat merken dat je begrip hebt voor zijn reactie. Door deze respectvolle houding kun je duidelijk zijn, je grenzen aangeven en motiveren waarom je een bepaalde keuze maakt. De communicatie wordt er bewuster en inzichtelijker door. Hiermee wordt een positieve sfeer op de groep gecreëerd van waaruit het kind zich veilig kan gaan voelen.

Door veel tegen het kind te praten en steeds te benoemen wat je gaat doen en wat er gaat gebeuren schep je rust en duidelijkheid en geef je structuur aan de dag. Het is voor een kind belangrijk te weten wat er gaat gebeuren, zodat het zich niet overvallen voelt door onverwachte handelingen. Het kind wordt op die manier betrokken bij de dagelijkse gang van zaken. Vanuit een respectvolle houding worden de signalen van het kind opgepakt. Door ze te verwoorden en ruimte te bieden tot inspraak wordt de basis gelegd voor interactie en dus wederzijdse communicatie en participatie.